Liefste poutje,
Je was nog zo jong
en we hebben je
al moeten laten gaan.
Je was voor iedereen
zo lief, goed
en aardig.
Je trok je altijd het lot aan
van anderen
want je was bezorgd
van nature.
Als er iets te doen was,
dan was je altijd
als eerste van de partij
en je miste nooit iets.
Familie en vrienden
waren zo belangrijk
voor je en jij
was ook heel belangrijk
voor iedereen.
Vooral voor mij,
dat kan je je
niet voorstellen.
Ik zou het je willen vertellen
maar dat kan ik niet meer.
Ik mis je zo fel.
Ik zou je zo graag
nog eens willen vashouden,
je een kus kunnen geven
en willen zeggen
'tot volgende week'
maar dat zal ik
nooit meer kunnen doen.
Ik zal je nooit meer
kunnen vasthouden,
nooit meer een kus
kunnen geven,
nooit meer kunnen zien
want je bent er niet meer.
We wisten al een tijdje
dat we je moesten afgeven.
We probeerden zoveel mogelijk
bij je te kunnen zijn
maar toen het moment
aangebroken was
kwam het aan
als een klap
in het gezicht.
Vooral de laatste dagen
heb ik afgezien.
Ik wist dat het niet
meer met je ging.
Ik heb afscheid
willen nemen
maar dat kon ik niet,
ik had het te moeilijk
om te beseffen
dat je elk moment
kon weggaan.
Nu probeer ik het te verwerken
maar het lukt me niet.
Ik kan je niet vergeten.
Ik kan niet stoppen
met je te missen,
daarvoor was je
te belangrijk voor mij.
Ik hoop dat
je dat beseft
dat ik je mis
en dat ik van je hield.
je kleindochter en metekind kristel
Dit was een gedicht speciaal voor mijn allerliefste poutje, de allerliefste vrouw ter wereld die is heengegaan op 12/03/2002. Ik heb haar slechts 18 jaar mogen kennen. Als die verdonde kanker er niet geweest was dan had ik haar nu nog kunnen liefhebben.