Liefde kan zo klote zijn,
zo veel moeite,
voor zoveel pijn.
Ondraaglijk zou je bijna kunnen zeggen,
maar ik houd vol,
ik kan er tegen.
De toekomst is nog niet te gokken,
een tijdje elkaar niet zien lost niks op,
contact daardoor raakt verloren,
als dat gebeurt sla ik mezelf erg hard op mijn kop.
Houden van haar zal ik nog wel een tijdje doen,
al is het klote voor mijn humeur,
het is een zaligheid voor mijn droom,
die liefde is niet op te sluiten met geen enkele deur.
Ik zal haar niet verlaten als een goede vriend,
ik zal bij der blijven als ze dat nodig heeft,
en de ruimte geven wanneer gewenst,
zoals het nu is, is geluk te ver gestreefd.
Maar op den duur,
komt alles goed,
dan ben ik weer gelukkig en zij ook,
ik houd de moed.
Schuldig hoeft ze zich niet te voelen,
niet voor de pijn bij mij,
ze kan er ook niks aan doen,
dat mijn weg opeens geblokkeerd is door een kei.
Het komt goed zal ik haar beloven,
ik hoop alleen,
dat zij dat ook zult geloven.
De liefde tussen ons geef ik op,
hopen doe ik niet meer,
nee, nu zeg ik stop.
Vriendschap zal ik mee leven,
geluk moet ik met iemand anders vinden,
want gelukkig zijn,
dat blijft toch mijn streven.