Een kruidige smaak verspreidde zich langzaam over mij vochtig geworden tong. Een hete steek, licht ontvlambaar doorvoer mijn lichaam. Ik klampte mij vast aan een stevige dikke tak van de forse wilg die het mooiste uitzicht van de planeet bemachtigde en ervoer het intense gevoel van geluk. Geluk in de zin van eeuwig durende vrijheid. Mijn ogen die één werden met het felle witte licht wat snijdend mijn netvlies bereikte. Ik maakte een sprongetje en trok me langzaam op aan mijn armen, zodat mijn ogen net de horizon vingen die een kaarsrechte lijn vormde boven de wilgentak. Ik zette me af en met een sierlijke boog vloog ik weg, weg van deze boom. Mijn handen die hapten naar lucht. Een schaterlach die de nacht vulde met een extra demensie. De wind voer in tegenstrijd met het lichaam en de zwaartekracht trok mij de diepte in. Langs de steile wand met uitstekende rotsen, die aansloten op het zwartblinkende zoute water met zilverlichtgevende schuimkopjes. De zee spleet in tweeën toen hij mijn lichaam in zich opnam. Mij opnam in zijn diepe wereld, die zich met al zijn kracht weer om mij heen sloot. Mij tot zich nam in al zijn pracht…..