1988.
Geboorte van een worm . ’’Het mormeldier ’’.
Voorbij ; tijd van pijn en smart,er sijpelt liefde in mijn hart.
Subtiele geur , een bloem zö fijn , te klein om reeds een mens te zijn .
Zelfs storm en regen brengen vertier ;
Het schudt zijn kruin en wordt een dier .
Het beest kijkt angstig om zich heen ; vijandigheid , maar vriend , geen één .
Hij sluipt voorzichtig door het bos ;
Zijn vacht beladen met pus en stof .
Stoutmoedig springt hij door het loof ;
Instinktief bezit hij een geloof .
Zijn logge lijf valt neer in ’t mos ,
De zware pels scheurt van hem los .
Daar ligt het wezen met blote huid ,
Het is de geboorte van een spruit .
De mens die deze vers verzind ,
Is het zaadje van een ongeboren kind .
Nu eerst wat tijd om uit te rusten ,
Daarna kan ’t huilen en ’ t hart verluchten .
Dan komt de tijd van wenen en zuchten ,
Verdrijf de drang om weg te vluchten .
Marth Haesendonckx .