De stille beschuldiging
spreekt
uit haar hoekige schouders
de harde lijn van
haar lippen en
de fonkelende ogen
verworden
tot spleetjes die waarnemen
Scherp als het roofdier
dat zij is
geworden
Al haar openingen
lijken zich te sluiten en
elk woord
iedere streling kaatst koud
op het pantser
van graniet
En jij, mijn liefste
vooral jij
kan haar niet meer
raken
Enkel de zon zal haar nog
verwarmen
Streng zal zij de grenzen
bewaken
Dat is wat ik zie en
besef
nu ik hierbuiten sta en
door jouw ogen kijk