Vandaag voel ik
me zo rot als een overrijpe appel.
Verbonden door het verleden van haar
kan ik er niet zijn met mijn lichaam
om haar tranen op te vangen.
Alles wat ik kan doen,
is gewoon wachten op haar
en er klaar voor te staan,
wanneer ze me roept als een hulpeloos kind
en ze met troostende woorden haar pijn weg nemen.
Als troost kan ik kracht putten
uit onze eeuwige liefde die ons verbonden heeft,
met de onverwoestbare band die we hebben gesmeed
bloeiend in onze harten van ons prille geluk.
Om als een leeuw te vechten voor hun.