Mijn moeder loopt te zeuren,
Dingen die niet van belang zijn.
Soms denk ik; "ach mens, verdwijn",
Daarna zit ik het te betreuren.
Ze verteld in kleuren en geuren,
Dat is af en toe ook wel fijn.
Maar toch doet het meestal pijn,
Omdat ze alles maar moet keuren.
Houdt ze dan geen rekening met mij?
Ik ben toch ook maar een mens,
Ik maak ook fouten, zoals zij.
Ooit gaat dit nog wel voorbij,
En ben ik over die verre grens.
De grens van de pubertreiterij.