1987
Ma’nen ( Geest der afgestorvenen .)
Ik voel jouw verlangen dat je voor liefde aanziet ,
Maar weet, ’t is slechts drift die je blind maakt en hard.
Ik ken je , man zonder toekomst of hoop in ’t verschiet .
Je hebt veel macht , verstikt door emoties , totaal verward .
Was het liefde of passie waardoor je haar verliet .
Jij dwaas , domme nar , je speelt slechts een spel ,
Je belastert jezelf ;kom geef je toch bloot .
Kijk me aan , en doorzie ; luister naar wat ik je vertel .
Maak je los van ’t verlangen te rusten in andermans schoot .
Hou op je te wentelen in je eigen web van hout ,
Kijk in je zelf , je bent bang ; heb weet van jezelf .
Beleef en voel dat je je ziel niet vertrouwd ,
Voel in mij het beest dat je emoties bedelft .
Toch ben ik er niet , ik hoor niet bij jou ,
’k ben slechts de geest , die je sart en benauwt ,
omdat je vlucht voor je zelf , je passie en kracht ,
die je aan banden legt omdat je vals bent , maar zacht .
Geen enkel gevoel , hoe echt ’t ook mag zijn ,
Dringt door naar je ziel , want ’t stuit op venijn .
En zo ga je maar door , geen troost voor je hart ,
Ook je dood is maar schijn , je bent te zwak voor de smart .
Marth Haesendonckx.