als Mei
ik,
maar Jij,
Je bent als Mei,
die lief een briesje blies,
na de wintervries.
Je bent als Mei,
die prachtig daglicht bracht,
na de zwarte nacht.
Je bent als Mei,
die bloemen bloeien doet,
wat zoemt dat bloesem zoekt.
Je bent als Mei,
die leeft en leven geeft,
vier weken eeuwig leeft.
Je bent als Mei,
die tijd verdrijft,
oneindigheid beschrijft.
Je bent als Mei, te mooi.
Je bent als Mei getooid.
Je bent als Mei,
Je bent als...
Je bent alles.
Je bent allesbehalve
mij.