Stroopweg
Eens stak ik een stroopwafel in mijn zak,
Om hem daar even te bewaren.
Later die dag, toen de zon door brak,
Begon de lucht wat op te klaren.
Een heerlijk zonnetje scheen later op mij neer
En weldra was ik heel de koek vergeten.
12 uur, ongenadig werd de zon, 40 graden of nog meer,
Zo warm da’k ‘t niet meer houwe kon en begon te zweten
Toen bedacht ik mij ineens, had ik niet die koek?
Die gedachte deed mij schrikken en verstenen,
Vlug graaiend in de zak van mijn broek,
Daar was nog wel de wafel maar… de stroop liep langs mijn benen.
Goede raad,
Let op waar je je stroopwafel laat!
Ik stop ze nooit meer in mijn zak,
want woor je ’t weet is de stroop verdwenen
Ik hou het voorlopig maar bij lange vingers, dat loopt ten minste niet langs je benen.
Wezel