Ik weet hoe jij je voelde.
Ik weet wat je bedoelde.
Het stond daar allemaal zo duidelijk en
bekend.
We waren 1 en de zelfde persoon,
onze harten niet langer schoon.
Maar vervuild door een ander,
alleen nog vertrouwend elkander.
troost zocht jij in je hondje,
ik in mijn paard.
jij zei nooit iets,
ik dacht ik ben het niet waard.
Jij raakte je angsten niet kwijt.
iets wat mij vreselijk spijt.
Het komt allemaal zo bekend voor,
Ja jij was het niet alleen hoor.
Maar die gene die mij dat aandeed.
is veranderd, iets wat jij nooit vergeet.
2 keer de zelfde fout begaan, ze zou op eens weer naast je staan.
Die angst gaat nooit meer weg,
maar sterft over een paar jaar toch wel wat weg.
Vrienden dat zijn we nu echt.
Iets waar jij in het boek ook voor vecht.