Ik ben de reden van je leugens.
Leugens om je te verlossen van je pijn.
Pijn om wantrouwen, verleden en gebrek aan respect, warmte,
tederheid.
Tederheid die ik je gaf met hopen.
Hopen deed mijn hart, niet mijn verstand.
Mijn verstand zei 'nee'.
Nee tegen de duisternis.
Duisternis om me in te dekken, te verbergen.
Verbergen dat je liefde vond, gelukkig was.
Was ik ooit echt in je hart geweest,
dan had ik ooit het licht gezien,
dan zou je me ook koesteren,
zoals jij nu verlangd om weer prooi te zijn.