Dromend
drijf ik mee,
mee met de wolken van mijn gedachten.
Naar dat plaatsje in mijn hoofd,
waar alles kan,
waar alles mag.
Wakker worden wil ik niet.
Ik wil deze droom niet verlaten.
Krampachtig blijf ik deze hoop koesteren.
Zoekend naar dat diepere,
zoekend naar meer...