Vergeten
Ik wenste dat we haat konden vergeten,
gewoon vergeten dat het heeft bestaan.
Of dat de mens er nooit van had geweten,
het kwaad niet kende, daar komt haat vandaan.
Dat haat verdween, zo plots als ‘t is verschenen.
Gewoon verdween, verdrongen werd, veracht.
Of dat de mens het uit zich weg kon nemen;
het kwaad, dat haad en dood en droefheid bracht.
Ik wenste dat we liefde nooit vergaten,
die deel werd van ons dagelijks bestaan.
Zich uit in woorden, maar niet zonder daden.
En dat we liefde niet meer kunnen laten
wegroesten, door te lang te laten staan.
Dat liefde geven plaats in neemt van haten.