Een zonsondergang vol betovering.
Een gele zon met een hemel van saffierblauw, saffraangeel,
roze van blozende wangen en zacht lavendelpaars
boven een lichtgrijze, bijna zilveren zee.
Een man en een vrouw zitten op de rotsen met
tussen hen in een djembé.
Ze spelen zomaar een deuntje dat in hun hoofd zit.
Onophoudelijk staren ze elkaar in de ogen totdat
zij zich naar hem toe buigt.
Hij denkt dat ze hem iets in het oor wil fluisteren,
maar ze legt haar linkerhand in zijn nek.
Haar rechterhand streelt zijn rechterhand en ze drukt
teder maar met hartstocht haar lippen op zijn mond.
Verdoofd van de romantiek slapen ze in
elkaars armen in het magische zand.