Niemand kan mijn gedachten lezen.
Dat vind ik wel prettig.
Want dan zijn mijn meningen,
voor hun een groot geheim.
Tot ik haar in de ogen kijk,
en ze de gedachten geheim houdt
van wat ze denkt over mij.
Dat maakt me nieuwsgierig.
Als ik de gedachten niet kan raden,
begin ik te blozen als een tomaat.
Bang dat ze tomaten lust en
voor haar onverwachte reactie.
De vrees verdwijnt
als sneeuw voor de zon;
wanneer ze me liefelijk vraagt:
'Denk je aan mij?'
Beste lezer
Als je wil weten wat ik dan denk...
kan je het raden of vragen aan haar...
Want mijn antwoord kent zij.