de takken zwiepen in de wind
als op hol geslagen jachthonden
weemoedig buigen bloemen hun hoofden
de wind raast en spuwt zijn woede uit
op het leven op aarde
de regen plenst in grote druppels neer
op de tere blaadjes van de blomen
die hoe langer hoe treuriger worden
grote, machtige bomen houden het hoofd in de lucht
en laten zich niet doen
door de grote kracht die hen wil doen buigen
de wind houdt op met razen
het wordt stil
overal hemels licht
de zon gloeit en verwarmt iedereen
het is weer rustig
zoals voorheen