De schittering verblindt me
verwarmd door de pracht
die leeft in me
en sluimerend wacht
tot iemand haar aanraakt
maar soms ineens in kilte omslaat
door stille pijn geraakt
verbergt zij haar gelaat
achter sluiers van grijze mist
opdat niemand haar tranen ziet
die ze eenzaam wist
want haar verdriet delen kan ze niet.