Het liep als een lastig insekt,
voor de mensen hun voeten.
Klampte zich gelijk een parasiet,
aan de massa volk vast,
die gretig hun ogen,
uit hun kassen keken,
naar de solden van weleer.
Niemand zag het leed en verdriet
in de ogen, die traanden.
Eén onoplettende seconde...
van een chauffeur...
Een doffe smak...
Een barst op de ruit...
Gierende banden...
Remsporen langs de baan...
Waren de stille getuigen...
Van het schuldgevoel...
Die hij zijn leven lang...
Mee moest nemen...
De ziekenwagen nam het mee...
De sirénes stopten met hun lawaai...
Ze reden weer binnen...
En de dokter sloot de ogen...
Van het kind...
Dat nu naar een land is gegaan...
Waar geen ander wederkeerd...
En waar geen auto's bestaan...
En de chauffeur...
Droomt nog steeds...
Van de nachtmerrie...
Die hij kreeg...
Van het noodlot...