GEDICHTENCONCERTO VAN HET EEUWIGE FEEST - OVERTURE IN C MAJEUR


I. PRELUDE

we beelden ons de sterren in
liggend op het gras
dringen groene ogen
door het onverwoestbare kristal
er stroomt bloed
er vallen sterren
het doel van het heelal
is eindeloos omvatbaar

II. LENTO

we leven niet om te sterven
want het genot om dood te gaan
is minder groot dan leven
de duiven zijn allang geland
de mensheid heeft gevlogen
kanonnen doven uit

zijn stekelhaar huilt mee
met alle zielige honden
ze grauwen en ze blaffen
maar bijten doen ze niet

het vuur rond blonde haren
bier stroomt
rond blauw-gebloese schaterlach
een rok van zilver
en hout en marmer
en een paarse sjaal van grijs verdriet

de overwinnaar schenkt ze gratis

III. FINALE

er staat een vogel op mijn hand
maar de wond blijft ongeheeld
het is geen bloed maar twijfel
ik weet niet wat ik kiezen moet
- ik weet niet eens of ik dat mag -
ze behoren tot de vriendenkring
drugs is aanvaardbaar
zolang er het karakter is
een ernstige discussie
loopt meestal uit de hand

het donker veld van dof gedreun
is met paarse licht verbrand
ik vraag me af of zij me ooit herkennen zou
àls ik haar ooit weerzie
of voor de eerste keer ontmoet

op kladpapier zeggen woorden meer
dan ieder mens ooit lezen zou

morgen vertrekt haar lach op reis
ik zal haar lieve groeten sturen
een enveloppe vol zoete woorden
in ons vrienschappelijk bestaan