een doffe,droge, fellepijn
omvat en wurgt mijn ganse denken,
mijn ziel en zinnen zijn zo leeg
ik kan geen aandacht schenken
aan de helderwitte morgendauw
die als een sprei van fijn satijn
ligt uitgespreid, het graf bedekkend.
de pijn dreunt als een droef refrein.
waarom heb ik steeds vergeten
te zeggen dat ik van haar hield?
t is nu te laat; de kist gesloten.
wat heeft mij jarenlang bezield?
de kist zakt langzaam in de aarde
enop t zwartgerande lint
lees ik wat ik had moeten zeggen:
tot ziens mama, uw dierbaar kind...