1987.
Ambivalent
Zo snel verdwenen , omsloten door een gigantische kracht .
Subtiel vernietigd , opgeslorpt bij ’t verschijnen van de nacht .
Totaal ontkracht ; geen verlangen meer beschermt men vacht .
Veruiterlijkt beeld , de heerser heeft mijn drang versmacht .
Ben ik nog wel van deze tijd ,
Welke betekenis heeft nog deze strijd ;
Voel hoe de tijd door mijn vingers glijdt ,
Alsof mijn geest een eigen leven leidt .
Alle waarden ben ik kwijt ;
Er is niets meer dat ik vermijd .
Ik ben er nooit geweest ; mijn leven was slechts schijn .
Een demon spelend met de geest ; sta toe dat ik verdwijn .
Verleden , toekomst , heden ,alles is bedrog .
Voelen , denken ,weten ,’t omhulsel veel te log .
Ik haat je dubbel leven ; mens , wat ben je grof .
Je ambivalent verleden , zal met mij vergaan , tot as en stof .
Marth Haesendonckx .