Najagen :
Wat gaat er fout in’t mensenleven ?
Het jagen naar verguld geluk .
Een huis ,een auto om het even .
Als het maar groot is,kan niets meer stuk
Maar de mens was steeds een jager .
Vroeger rende hij achter zijn prooi .
En nu grijpt hij veel lager ,
hij verzameld nog alleen rotzooi.
Als hij alles verzameld heeft,
is hij niet meer tevreden.
Want de drang naar hebben blijft.
En hij luisterd niet naar rede .
Meer !en groter !groter !en hij rijft.
Stop dat dom gejaag ,
en trek je ogen open .
Al de mooiste dingen om je heen ,
kun je met je geld niet kopen .
Op een lentemorgend ,de lammetjes in het gras
Een leeuwerik die opstijgd
Vissen die springen in de plas
En een reiger die de kop neerneigd .
Dat zijn van die kleine dingen .
En voorwaar die kosten niets ,
Ik wou dat ik ze kon bezingen
Langs de dijken op mijn fiets.
Pramodah .