DIE JEUGD VAN TEGENWOORDIG
Ze maakt zich graag illusies.
Al dromend wandelt
haar prins
de voordeur tegemoet.
Het paard moest afgeschoten.
(Ze houdt niet meer van paarden.)
Hij zou zijn hoed afnemen,
en om haar hand vragen.
Waarna hij haar,
met liefde,
wild zou nemen. Meerdere malen.
Ze maakt zich gráág illusies.