Angstig
De kou draagt mijn adem weg
tot in de kale struiken waar het verdwijnt
de hond speurt onrustig in het gras
en ruikt misschien een vos
de subtiele geur van een brandende haard
vergane bladeren en natte schoenen
t´geeft een knus gevoel als appeltaart
in oma´s warme keuken, vroeger
achter mij buldert de maatschappij
maar de stilte hier maakt mij doof
behalve de gedachte dat mijn kinderen
hier niet samen veilig kunnen spelen
als rover of piraat
die angst heb ik hun nog niet verteld
die draag ik achter mijn wakende ogen
en laad mij weer bespringen en beroven
en op mijn knieën in de blubber
en kleine armpjes om mijn nek
is de angst alweer bevlogen
en is vader zijn lang niet gek