Opvoeding
Ik heb de regels nooit willen kennen.
Steeds mijn kinderen maar verwennen.
Ik zag geen één van hen was slecht
Bij mij konden zij steeds terecht
Hun leraars hadden altijd ongelijk.
Kinderen straffen is onmogelijk
Enkel met liefde, win je kinderen.
En steeds wilde ik hun straf verminderen.
Ik maakte ruzie met die kakmijnheer.
Die hen weer strafte keer op keer.
Ook al deden ze eens wat verkeerd.
Voor jezelf opkomen heb ik hun geleerd
Wij leven in een maatschappij waar jij zelf de lat verlegt
Je neemt niets aan, je strijdt, je vecht, heb ik hen te vaak gezegd.
Tot hun eerste jeugd delict, ik heb de rechter op de vingers getikt.
Ik ben een zeer goed prater en heb de man in ‘t woord verstikt.
Maar wat heb ik van mijn zoons gemaakt.
Ik heb ze levenslang gekraakt.
Al jaren zijn ze aan de shit en wiet
En werken zint ze zeker niet.
En wil ik met hen discuteren, kan ik van hen nog heel wat leren.
Want ik de wijze man heb hun leren protesteren.
Wat zij zeggen weten zij het best en naar de haaien met de kraaien, leve de lust.
Het leven is nu enkel nog wat spied, wat coke, wat wiet en heel veel rust.
Maar toch is geen van hen echt helemaal slecht.
Ik bracht ze zelf in die roes terecht.