Door gangen van steeds versmalde buizen, dacht ze nog,
'had ik die kilo's maar thuis gelaten'. Het bit in haar mond
verlost haar van vrijheid; ze had teugels willen pakken,
maar een ander had haar al aangelijnd.
Ineens was het teveel, alsof buizen als buiken op haar
lichaam drukte, adem haar benomen werd;
haalde ze het bit los en verloor daarbij al haar tanden.
Ze probeerde zich los te trekken maar tevergeefs,
hoe harder ze hem trok des te dichterbij kwam hij.
Tot de buizen braken, 'overgewicht of onderwicht'
dacht ze nog, 'gezwicht dat zeker'.
Ze valt geen littekens op deze kale huid,
knijpt haar ogen nog eens dicht
en kruipt er tussenuit.