Gitta en Sander
een stel als geen ander,
Twee rare kapoenen
om te knuffelen en te zoenen,
Broer en zus
wat hebben ze het knus,
Zo samen met zen tweetjes
een deugniet en een rakker
ze houden je steeds wakker,
En kijk je even niet
hebben ze iets in het verschiet,
Zo levendig en onvermoeibaar
zo echt en zo tastbaar,
Met hun grappen en grollen
hun hollen en dollen
Nieuwsgierig, leergierig
een blik en een vraag,
wat doen we vandaag
Maar word Gitta moe
dan loopt ze snel naar mieke toe,
En met de duim in de mond
legt ze zich rustig op de grond
De Sander 'd as iets anders,
die legt zich na wijs besluit
met tut en vod onderuit,
Niet voor lang, maar voor even
en dan komen ze weer tot leven,