gedicht uit duizend en een adem.
Ik weet niet
ik weet wat het zal zijn niet
jaren reeds gezocht
of het wel is; ik weet niet...
Ik heb bij de middelandse zee in een middeleeuwse burght onder een brug geslapen en heb er in een slaapzak gelegen in de ochtendzon.
Ik heb lsd gebruikt en heb, in de zwarte nacht, met een zonnebril op, rondgedwaald over een berg met enkel een schachtje licht van een zaklamp.
Ik heb onder de bedwelming van speed en whisky en heroine samen met daklozen en een mij ontstolen tijd wandelingen gemaakt door het stadspark.
Ik heb de meest vennijnige dagen nog wel rust gevoeld...
maar...
ik weet niet
ik weet wat het zal zijn niet
jaren reeds gezocht
of het wel is; ik weet niet.
Jaren reeds gezocht en dat vervlocht de dagen
en ik weet niet
waaraan moet ik nu nog wagen;
ik weet niet.
Ik heb vele goeie mensen gekend, menigeen schonk mij werkelijk genoegen, vertelde me zijn verhalen met een lach en gaf mij meer dan ik wist te krijgen.
Mensen ook die hartstochtelijk en zeer duidelijk over simpele dingen zeidden wat er al achter kon, er nog nooit gelegen had maar nu toch lag.
Al mijn vrienden en geliefden, geen van hen was mij ooit te hard al kon mij nooit te hard ooit hard genoeg zijn.
Ik heb de meest vennijnige dagen nog wel rust gevoeld...
maar...
ik weet niet
ik weet wat het zal zijn niet
jaren reeds gezocht
of het wel is; ik weet niet.
Jaren reeds gezocht en dat vervlocht de dagen
en ik weet niet
waaraan moet ik nu nog wagen;
ik weet niet.
Vloed verwordt en ik zal verworden
en ik weet niet, wat het zal zijn niet
hoe het zal worden
nee, ik weet niet.
Ik weet veel van de Goden, die nooit zullen bestaan, zelfst hun besten niet, ik kan je vertellen over hen als misschien wel geen ander kan.
Ik weet al van de verrukkingen van de zinnen, al ik begrepen kon hebben, vele van die verrukkingen gaven mij onnoemelijke stonden.
En ik heb begrepen dat slechts een missie de zotten kan redden, dat de haat nooit sterven zal en de liefde elke dag opnieuw geboren wordt.
Ik heb de meest vennijnige dagen nog wel rust gevoeld...
Maar ik weet niet
ik weet wat het zal zijn niet
jaren reeds gezocht
of het wel is; ik weet niet.
Jaren reeds gezocht en dat vervlocht de dagen
en ik weet niet
waaraan moet ik nu nog wagen;
ik weet niet.
Vloed verwordt en ik zal verworden
en ik weet niet, wat het zal zijn niet
hoe het zal worden
nee, ik weet niet.
Verknocht aan het zoeken
ben ik geworden
maar ik vloek niet
want ik mocht niet
vergeten dat ik niet weet.
Verknocht aan het zoeken
ben ik geworden
maar ik heil niet
want ik vond niet
een zeil dat in wind goed gedijdt niet.
Of ik een zot ben?!
mijn god, ik weet niet!
de zotten vonden hun missie
en ik weet niet...!