"Een brede glimlach op haar gezicht
een lief openhartig, onschuldig wicht,
kijk haar eens gaan, ze lacht van geluk,
niets of niemand maakt dat ooit nog stuk.
Voordat ze gaat,draait ze nog eens om,
dan lacht ze nog een keer en gaat wederom."
Nu is ze weer veilig, het liep weer gesmeerd,
hoeveel ze nu ook haar hart heeft bezeerd,
Het was weer vermoeiend al die dolle pret,
het lachende kind, nu huilend op bed,
Tranen die banen over haar wangen,
heeft angst om ergens naar te verlangen.
Ze vindt geen rust, zelfs niet in haar dromen,
want ook daar is het kind weer vrijgekomen.
Al gauw wordt ze wakker, badend in haar zweet,
en blijft ze steeds vragen waarom hij dit toch deed.
Dat kind was zo onschuldig en toch nog veel te klein?
Ze kon hem niet begrijpen, hij deed haar zoveel pijn.
Jaren later is er nog steeds dat verdriet,
en zelfs haar moeder die dit niet ziet.
Haar moeder, de enige waar ze van houdt,
die ze uit bezorgdheid van haar pijn weerhoudt.
Ook zij die geen antwoord op haar vragen kan geven,
zolang ze zelf met haar masker blijft leven!!!
Tamara