Een kind,
moe en verminkt,
verlangend naar de zonnestralen,
die leeft in de regen
van tranen en verdriet,
van oorlog en geweld,
en waar men de zon nooit ziet.
Een kind,
bang en verdwaasd,
droomt van een wereld zonder angst,
zonder zorgen en pijn,
waar hij weer rust zal vinden
en weer gelukkig kan zijn.
Een kind,
huilend en verdwaald,
in die eindeloze ruzie
tussen liefde en haat,
waar niemand weet,
of het ooit eindigen gaat.
Een kind,
stervend en heel alleen,
kan iemand mij zeggen,
waarom de lieve lach
op het bleke gezicht verdween...