steeds wanneer ik droom wandel jij in mijn leven
als een kwade stem blijf jij mij alles geven
iedere keer wanneer ik mijn ogen sluit
verschijn jij weer voor mijn ruit
en hou je mij vast met al je kracht
domme dwaas ik heb gewacht
bleef maar slapen en slapen
en was vastbesloten niet te ontwaken
eerlijk gezegd maakte je mij enorm bang
en duurde deze nachtmerrie mij veels te lang
slaap tegenwoordig met het raam open
en kan ik wanneer ik wil
via het raam uit mijn eigen droom lopen