De dag
De roode avondzon siert de mooie schemering,
In de verte hoor je vogels fluiten,
Je voeld de warme avondzon die langzaam onderging
Je denkt kon ik me maar zo uiten.
Als de avond over gaat naar nacht
En je naar je bed verlang
Waar je alles nog eens overdacht
En de slaap je zo maar vangt
Je ontwaakt in de vroege morgen stond
En denkt aan wat gaat komen
Je ziet de lucht en ziet de grond
Ziet door het bos de bomen
Als morgen dan weer middag wordt
De dag is haast in twee
Bedenk je wat is alles kort
En neem je deze dag weer mee
De middag schiet al snel voorbij
Je merkt er weinig van
Toch voel je je ontzettend blij
Wat een dag toch hebben kan
De roode avondzon siert de mooie schemering