Lieve zoon, wat heb jij toch een vreselijke pech!
Een onbewaakt moment en hup, daar lig je dan op de weg.
Politie, ambulance, kortom de gebruikelijke ophef.
De schrik slaat toe als ik je op straat in deze toestand aantref.
Aangereden door een motor op je fiets.
Jij bent behoorlijk gekwetst en de ander had bijna niets.
Maar je bent gelukkig een toffe en hele flinke vent.
Ik ben ontzettend trots dat jij mijn kind bent.
Zo blijkt maar weer: het leven is zo fragiel.
Voordat je het weet, rijdt er van alles in je (fiets)wiel.
Gelukkig komt alles weer goed en ik zal je uitgebreid verwennen.
En voordat we het weten zullen we weer als malloten achter elkaar rennen!