De tuin heeft een wit tapijt
waarin de kinderen spelen
al is het slaap- of etenstijd
het kan hun echt niet schelen.
Dik ingepakt met muts en sjaal
en oma's zelfgebreide wantjes
gaan ze met sleeën aan de haal
vergeten hun koude handjes.
Lies rolt twee reuze ballen
met het witte, koude goedje
Broer Gijs is net gevallen
ze schrikt zich haast een hoedje.
Hij bond moeders grote schaatsen aan
en wilde 't glijden eens proberen
op de spiegelgladde oprijlaan
ooit zal hij het wel leren.
Uit zijn mond komt witte rook
net als een echte sigaret.
Zus zegt fier: dat kan ik ook.
Dit is echt winterpret!