Kleinkunst.
't Is U een kleine kunst
voor te houden
mij gaarne te zien.
't Is U een kleine kunst
te beweren
mij, een eind van ons
te zullen onthouden.
Ik vergeef U nu,
niet later,
uw kluwen van beloftes.
Ik zal onthouden, Lief,
Uw kleine kunst,
klein gekunstel en stuntel,
met loze letters,
tot het eind zich
toch ontwaart,
en berusting baart,
in kleine kunstige tranen.