Maagdelijkheid als sleutel tot het leven
Sidderend van zachtheid
Een onbevooroordeelde schemering
wakend over haar grondslag
met wijd opengeslagen armen
als start van het liefdespad
wegebbende bedachtzaamheid
broedplaats van sprookjesachtig misverstand
begoochelende onzekerheid
rationeel overgevoelig
het menselijk onvermogen
als laatste houvast
Berusting na lijden
oogverblindende beheersing
geevalueerde naivitiet
verwarring verborgen
met gesloten ziel
terugwillend naar de puurheid