Vanmorgen vroeg,
Vijf over half negen,
Kwam ik op weg naar mn werk,
een huilend meisje tegen.
Rode wangen van de kou,
hijgend van het rennen,
Ze keek me verdrietig,
en verloren aan.
Met een brok in mijn keel,
bleef ik even staan.
Een huilend kind,
Ik zal er nooit aan wennen.