Je weet niet half hoe zo'n gelijk je had,
Toen jij mijn gedachten leek te lezen.
Je weet niet half hoe ik jou aanbad,
En bij je wilde wezen.
Nu mis ik je aanwezigheid,
Zit altijd aan je te denken.
Nu realiseer ik me: ik ben je kwijt,
En probeer geen tijd meer aan je te schenken.
Moeilijk, haast onmogelijk,
omdat ik je zó mis,
Ik moet op zoek naar nieuw geluk,
Niet denken aan jouw beeltenis.
Niet terugkijken naar het verleden,
Maar me concentreren op het heden.
Met of zonder jou?
Ik stel de vraag,
Jij weet het antwoord...