Kindje lief,
ik dwaal langs de straten
en vergeet maar al te vaak
dat ik ook jouw vader ben.
Kindje als 't u blieft,
ik heb mijn vader lief
want ik begrijp zijn woorden niet
zijn daden wel.
Mijn vader,
eens alleen langs de straten
terwijl ik tracht
mijn moeder te verstaan
die mijn vader niet begrijpt.
Kindje lief,
wees niet boos op mij.
Al mijn geschenken
zijn dwaalsporen in de nacht
op zoek naar thuis,
waar je wenend op me wacht.