Alles went, of althans dat is wat men beloofd,
alles komt goed, als je er maar in geloofd.
Maar ik heb nog nooit in iets geloofd zoals in Wij,
en toch ben jij en ik niet meer, voorbij.
Mijn schuld, mijn keus ik ken jouw verwijt,
maar daardoor raak ik mij gevoel niet kwijt.
De beelden voor mijn ogen, van ONS, van jou met mij,
zijn meer dan slechts gedachten, ze zijn nog tastbaar voor mij.
En al waren WIJ dan over, al was ONS dan vergaan,
ik creerde een wereld rond die gedachten, waarin wij bleven bestaan.
Ik droomde van hoe wij dansten, op het ritme van ons hart,
hoe wij verder konden leven, zonder pijn en zonder smart.
Als ik het ritme hoor weerklinken, een de Claves hoor ik slaan,
kan ik niet anders dan dansen, en zelfs met een traan.
Ik heb nooit begrepen waarom men danste op momenten van verdriet,
tot dat WIJ niet meer waren, ik herken mij in ieder lied.
Ik zal dansen heel mijn leven, als een eerbetoon aan jou,
omdat ik heel mijn leven blijven houden zal van jou.
In mijn gedachten hadden wij een toekomst, een leven een gezin,
en ik leefde gelukkig met de enige vrouw die ik bemin.
Ik reisde lang de plaatsen die wij samen hebben beleefd,
omdat zo een plaats voor mij een verzachtende invloed heeft..
Dan zie ik wat wij daar deden, en langzaam vormt zich een beeld,
van hoe ‘t had kunnen wezen, het niets eens zoveel gescheeld.
Familie en kinderen ik droomde dan weg in hoe het zou kunnen zijn,
de waarheid buiten mijn gedachten gesloten, niet oprecht maar wel heel fijn.
Ik droomde van ons huisje, onze bank en ook ons bed,
van hoe je verbaast zou kijken als ik thee voor je had gezet.
Van verjaardagen organiseren, vakanties en ook kerst,
maar vooral hoe het met die kleine ging, daarin ging ik nog het verst.
Ik zag ons samen sporten, samen lachen, samen aan de slag,
en jou af en toe verrassen, mijn twee vrouwen iedere dag.
Vier weken leef ik in die wereld, van hoe het had kunnen zijn,
geen greintje heeft het afgenomen, ik wordt nog immer verscheurd door pijn.
Ik heb ten tijde van ONS, de grond aanbeden waarop jij had gestaan,
en ben daar na die ene beslissing mee door blijven gaan.
De aanwezigheid van jou, al was het van verre, waren de kruiden van mijn dromen,
het waren opgewarmde herinneringen, maar smaakten nu naar wat had kunnen komen.
Gisteren hoorde ik sinds vier weken weer je stem, en ik brak,
mijn droomwereld was verdwenen, toen jij mijn ballon doorstak.
Want jij zei dat je was begonnen aan een leven zonder mij,
dat daarin voor mij geen plek meer was, het was definitief voorbij.
Je had mij reeds buitengesloten zo zei je, een gesloten boek, voorbij,
je bouwde aan je eigen leven, had je behoefte meer aan mij.
En onze jaren, voor mij parels, zijn voor jou doorweekt van spijt,
vol verloren levensdagen, niet positiefs, je wilt mij kwijt.
En alhoewel ik niet geloof in je woorden, ik ze vermoed een schild te zijn,
snijden ze dwars door mijn ziel en dromen, een verergeren ze mijn pijn.
Jouw maskerade van afstandelijkheid, jouw nieuw gevonden geluk,
overtuigen mij niet van jouw onafhankelijkheid, maar maken mij wel stuk.
Ik zal jouw wensen respecteren, zoals ik altijd heb gedaan,
ik zal uit je leven verdwijnen, en zelfs niet van afstand gade slaan.
Maar het moment dat je me nodig hebt, het maakt niet uit waarvoor,
zal ik er zijn om je te steunen, daar ben je mijn enige ware liefde voor.
Dus twijfel nooit mij op te zoeken, weet dat ik voor eeuwig van je hou,
ik zal blijven dansen, dromen en denken, aan ONS, aan die kleine en aan Jou.