Sprookjesprins
Men spreekt over de sprookjesprins op het witte paard.
Hij is knap, romantisch, zacht en lief.
Ik heb hem ontmoet, maar ben ik hem wel waard?
Hij heeft mijn hart gestolen, hij is mijn hartedief.
Ik geniet van elk moment dat ik bij hem ben
Ik ruik zijn geur en zie zijn mooie blonde haren.
Ik ben gek op hem, ik doe alles, ik spring, ik duik, ik ren.
Soms zit ik uren naar hem te staren.
We hebben gewoon contact als twee mensen die elkaar kennen.
Hij lacht tegen me, geeft me een schouderklop, maar ik wil meer en niet steeds er iets tussen in.
Kennelijk zou ik dat toch moeten accepteren, ik zou daar aan moeten wennen
Want laatst zei hij tegen mij, kijk dit is mijn vriendin.
De sprookjesprins was toen verleden tijd.
Tranen schoten in mijn ogen.
Weg met de dromen, weg met de heerlijkheid.
Die hoop, die dromen, die zijn vervlogen.