Zomers tafereeltje
Zomers tafereeltje
Ik dobberdeins in mijn bootje,
watergolven baren wolkjes
die klateren in de zon,
brekend in de bries.
Goud schuif ik binnen
drinkend van plezier
pokkenpeins ik bubbels
die borrelen in de maag.
Ik adem diep en streef
naar een tijdloos binnen
van onverwrongen lust,
een vossenveinzend tevree.
Kwam ik je nu maar tegen
dan ging ik in je mee
dan zou ik je dubbelvliegen
en dichtsnoeren diep benee.
Ik dobberdeins in mijn bootje,
watergolven baren wolkjes
die klateren in de zon,
brekend in de bries.
Goud schuif ik binnen
drinkend van plezier
pokkenpeins ik bubbels
die borrelen in de maag.
Ik adem diep en streef
naar een tijdloos binnen
van onverwrongen lust,
een vossenveinzend tevree.
Kwam ik je nu maar tegen
dan ging ik in je mee
dan zou ik je dubbelvliegen
en dichtsnoeren diep benee.
Reacties op dit gedicht
| Anton van Amerongen: | Zondag, augustus 03, 2003 21:45 |
| En ik hou bij voorbaat van je reactie, Maya. Nee, ik heb geen bootrace gehouden, vrijwel alles wat ik dicht is fantasie. | |
| MayadeBij: | Zondag, augustus 03, 2003 21:19 |
| Biervatenbootrace-je gehouden Anton? Ik hou van je zinnen, bij voorbaat, kus. | |
Over dit gedicht
| Auteur: Anton van Amerongen | 
|
|
| Gecontroleerd door: 260580 | ||
| Gepubliceerd op: 03 augustus 2003 | ||
| Thema's: | ||