Eenzaamheid in verlaten dromen,
hopen op dingen nooit te komen.
Pijn gevangen in een net van vragen,
onzekere liefde tot het eind der dagen.
Tranen gedroogd in een verloren strijd,
een droom verdwenen in verleden tijd.
Schoonheid door m’n vingers gegleden,
als een stille dood eenzaam geleden.
Er galmt een echo van verdriet,
in m’n gebroken hart dat jij verliet.
Lege woorden is alles dat slijt,
want ik besef voorgoed, ik ben je kwijt.
Ik voel de kou, leed en smart,
als een winter diep in m’n hart.
Bevroren passie die langzaam stikt,
in de kou van m’n eigen conflict.
Donkere stilte op een bleke huid,
is al dat rest als ik m’n ogen sluit.
Laat m’n vriendschap je verwarmen,
zodat ik je met liefde kan omarmen.
Ik liet je schoonheid varen,
langs onzekere baren.
Omdat ik in je ogen kan zien,
dat ik je warmte niet verdien.