Als een flinke storm,
donderen jouw woorden,
nog door in mijn hoofd.
De kracht ervan is enorm,
ik dacht dat we bij elkaar hoorden,
maar jij hebt dat kaarsje gedoofd.
Het kaarsje van geluk,
dat zolang scheen,
heb je langzaam uit laten gaan.
Alles wat we hadden is nu stuk,
ik voel me gebroken en alleen.
En vraag me af of onze liefde wel heeft bestaan.