Ver weg waar de wegen warm zijn
en de huizen heet
door de zinderende hitte van de zon
zwetend in onze zonden
liepen wij
hand in hand met ons verleden
in ons hoofd oude gebeden
die zij altijd voor ons zei
Bekende straten, wilde stenen
in het koele groen
onder de bomen in de schaduw
waar de bruine blaren roekeloos rustten
op de grond
daar stonden wij op de aarde
die haar nu bewaarde
als in een eeuwig verbond.