Vrede
In een land hier ver vandaan.
Kraaide ’s ochtends een haan.
Ja de morgen was begonnen.
En ergens had een bij al honing gewonnen.
Bloesemblaadjes dwarrelen in het rond.
In een stukje land waar geen mens komt.
Vogels zingen hun mooiste lied.
Terwijl de kikkers kwaken tussen het riet.
Een reiger zit aan de waterkant.
Te wachten tot hij een visje vangt.
Bloemen fleurig en zacht.
Die allen op een bijtje wacht.
Geen moord of doodslagen
Nee hier zijn geen mensen, hier is vrede.
Alle dagen.