sloten liggen als versteend
door droef gesnater van een eend
wordt ochtendstilte verstoord
nooit heeft hij iets gehoord
eend die om zijn jongen weent
piepkleine jongen, in een jasje van bont
dat van je zus was, maar jou zo goed stond
ik zie kinderen lopen, braaf en tevree
naar de lagere school, in rotten van twee