Ik kijk naar hem,
Ik zie hem wel, hij mij niet.
Hij kijk mijn kant op.
Langs me heen.
Ik bekijk hem goed,om hem later nog et kunnen herinneren,
als ik hem niet meer zie.
Zij blik nog steeds op iets ander gericht,
lang me heen ,verder weg.]Zijn ogen geconsentreerden zoekend.
Ik weet niet waar naar,
dat wil ik ook niet weten.
Maar ik weet het toch,ook al wil ik het niet.
Hij kijkt naar haar............