Het kerstmaal voorbij
Damast, kraakwit met kerstroosrood
dekt de mahoniehouten tafel waarop
volop spijzen staan tot verorbering gereed
en je weet er volgt nog veel meer overvloed.
Want dat moet, althans er lijkt niet onderuit te komen
je te laven aan te grote overdaad die onvervaard
de maag moet worden ingepropt
tot meerder glorie van De Here God.
Maar schransers wees gewaarschuwd want
Hij bracht ook de wraak op aard tegen overvreten
en te uitbundig slempen van Zijn gegeven spijs.
Zo schiep Hij vuig doch wijs, de rotte mossel.
Je speurt hem niet bij ’t glijden langs de huig
maar in de nacht, ’t begint met vage krampen
en gezweet waaraan je voelt en weet dit gaat volkomen mis.
Dan loop je leeg alsof je kont een riool geworden is.
Koos 25-12-2003